Geschiedenis

Voetbalhistorie De Wilper Boys

Dit kopje geschiedenis geeft een uitgebreide kijk op het voetbalverleden in De Wilp. Alle informatie die deze tekst bevat komt rechtstreeks uit het boek ”75 jaar voetbalhistorie in De Wilp”. Een boek geschreven door Piet Oldewarris met illustraties van Jaap de Mars ter gelegenheid van het zestigjarig jubileum van De Wilper Boys. Belangrijk is wel dat de beschreven geschiedenis veelal ophoudt bij het jaar 2001. Dit omdat het zestigjarig jubileum in 2001 plaatsvond.

De geschiedenis van het voetbal in De Wilp is in verschillende delen opgesplitst. Er wordt natuurlijk begonnen met ”De oprichting”. Hierna wordt er uitgebreid gekeken naar de geschiedenis van het zondagvoetbal en tevens van het zaterdagvoetbal. Ook heeft De Wilp in de jaren ’78-’85 een damesafdeling gehad. Vervolgens wordt er teruggekeken op het sportcomplex en de kantine waar De Wilp al die jaren gebruik van heeft gemaakt. Verder is ”DE KNAL” een begrip binnen de club. Dat deze al in het jaar 1947 is ontstaan, zal niet iedereen weten. Belangrijk is ook dat er wordt teruggekeken op de ereleden en leden van verdienste. Dit zijn belangrijke mensen binnen en voor de club (geweest) en mogen dus niet ontbreken. Tenslotte wordt de nieuwjaarscross uitgelicht. Deze heeft een belangrijke binding met de voetbalclub.

Het ontstaan van het voetbal in De Wilp begon in het klein. Er waren grote gezinnen en hier en daar was een heideveldje. De eerste voetbalwedstrijden werden gespeeld op een heideveldje aan de Jan Gosseswijk, ter hoogte van de ijsbaan. De familie Gort had twee zonen(Heine en Johannes) die gek waren van voetbal. Op het veldje aan de Jan Gosseswijk werd dan o.a. De Tippe tegen de Keuningsweg gespeeld. Het enthousiasme voor de voetbalsport ontstond door wedstrijdverslagen in de kranten en de aanstekelijke verslagen voor de radio van Han Hollander. Hoewel de juiste datum niet is terug te vinden, is wel duidelijk dat de voetbalvereniging De Wilper Boys in 1928 werd opgericht (bron is een krantenartikel uit 1959 en een publicatie in het boek ‘Marum door de eeuwen heen’ van W.T. Vleer uit 1973). Het initiatief lag bij de heren Riekele Venema, Heine Gort, Anne van der Wal, Jan W. Veenstra en Kees Jansma. Eerst werd er gespeeld op een veldje achter de vijver, waar nu de Dwarsstraat ligt. Enige tijd later kreeg de vereniging de beschikking over een terreintje achter café Kamminga (later: Sportlust). De club speelde in een groen shirt, zwarte broek en groen/zwarte kousen. De eerste wedstrijden werden gespeeld in de Onderlinge Voetbalbond met als grote tegenstander Boerakker. Een jaar later werd in de Friese Voetbalbond gespeeld, waarna in 1930 tot de toenmalige Groninger Voetbal Bond werd toegetreden. Er zijn bronnen, die zeggen dat in de beginjaren de club ook De Twa Wylpen (D.T.W.) werd genoemd. Deze club werd in die tijd vier maal achtereen kampioen. Begin jaren dertig bestond het team o.a. uit Bastiaan de Groot, Hendrik Stobbe, Piet Tjalma, Evert Jansma, Diktus Nicolai, Anne van der Wal, Freerk de Groot, Kees Jansma, Boele Veenstra en Jan Stobbe.

Zondagvoetbal periode 1945-1956
In het seizoen 1948-1949 moest De Wilper Boys promotie-degradatiewedstrijden spelen tegen VVK en Warffum. Tegen VVK (4-3 winst) schoot spits ‘Lange’ Jaap Oosterwijk de bal loeihard tegen de staander. De bal vloog er weer uit en na enige discussie werd toch besloten, dat het een doelpunt was geweest. Lange Jaap was een luie spits, maar befaamd om zijn harde schoten. De kanonskogel was achteraf tevergeefs, want de beslissingswedstrijd in Warffum (de thuiswedstrijd was met 1-0 verloren) eindigde in 0-0 en promotie was van de baan.
Begin jaren 50 waren magere jaren voor de club.
In 1956 werd besloten wel te degraderen. Een bestuursvoorstel hierover werd met overgrote meerderheid aangenomen. Voor het eerst in tien jaar speelde het team weer in de eerste klasse afdeling Groningen. Degenen die gehoopt hadden, dat het nu beter zou gaan, kwamen bedrogen uit. De resultaten waren weinig hoopgevend en zoals zo vaak als de resultaten slecht zijn was het crisis binnen de vereniging.

Zondagvoetbal periode 1957-1965: wederopbouw
In 1956 werd een periode van zeer slechte resultaten, een dubbele degradatie en als dieptepunt een voltallig aftredend bestuur afgesloten. Een jaar later werd onder voorzitterschap van H. de Haan in september 1957 een nieuwe jaarvergadering gehouden. Zowel het eerste als het tweede elftal waren gedegradeerd in seizoen 1956-1957. Zeer hoopvol werd echter gesproken over de jeugd onder trainer Boomsma. Verder deed de trainer een voorstel om twee keer per week te gaan trainen en mogelijk had deze verandering een positieve invloed op de resultaten, want in september 1958 was er iets om met plezier op terug te kijken.
Het eerste elftal, uitkomend in de tweede klasse van de Groninger Voetbal Bond, werd in seizoen 1957-1958 kampioen en promoveerde weer naar de eerste klasse afdeling Groningen.
In het seizoen 1962-1963 was er een kampioenschap voor het tweede elftal.
Langzamerhand kwam de club weer uit het dal van midden jaren vijftig. Bij de jeugd waren spelers gerijpt en bijna klaar voor het eerste team. In De Wilp zat er een generatie goede spelers aan te komen met namen als Rein Jonkman, Jan Haak, Jan Boerema, Bart Friso, Dirk ten Hage en Klaas Geertsma. In seizoen 1964-1965 werd er dan ook zeer succesvol eerste klas gespeeld, want de competitie van het eerste team eindigde met een kampioenschap in maart 1965.

Zondagvoetbal 1965- 1975: de gloriejaren
Met drie kampioenschappen in minder dan tien jaren kan deze periode ook als de glorietijd van De Wilper Boys worden gekenschetst. Hoewel sommigen De Wilper Boys ‘het Volendam van De Wilp’ noemen, werd niet eerder een derde klas niveau bereikt en ook werd deze prestatie na deze generatie niet geëvenaard. Naast de prestatieve hoogtepunten kende de vereniging ook voor wat betreft het ledental een bloeiperiode.
De club pendelde in deze jaren veel tussen de derde en de vierde klasse.
In 1967 behaalde het eerste het kampioenschap in de vierde klasse. De hoop om in 1967-1968 voor het eerst in haar bestaan derde klasser te blijven werd echter een desillusie. Het team stond de gehele competitie onderaan en degradeerde dus weer naar de vierde klasse In het seizoen 1968-1969 werd De Wilper Boys 1 onder trainer Poortvliet kampioen en promoveerde wederom naar de derde klasse KNVB
De geschiedenis herhaalde zich want in het eerste jaar na de promotie moest het team in 1970 weer afdalen naar de vierde klasse.
Door vooral gelijk te spelen tegen deze ploegen en door te winnen van de mindere goden vertrok trainer H. J. Poortvliet in 1971 met een kampioenschap. De opvolger van Poortvliet in 1971 was Jan H. van Dalen uit Yde de Punt. In de derde klasse sloegen de mannen van rood en zwart geen slecht figuur. Tegenstanders waren o.a. Leek, Peize, Vako, Gomos, ONB en Surhuisterveen. Pas na zes wedstrijden kreeg keeper Geertsma een goal te verwerken en lange tijd bleef de ploeg ongeslagen. Hoewel voorzitter Jalvingh bij de start van de competitie nog optimistisch was (‘Op basis van de kwaliteit van ons eerste elftal durf ik rustig te beweren, dat wij goed voetbal spelen.’), moest hij na het seizoen 1972-1973 somber vaststellen, dat het eerste wederom gedegradeerd was uit de derde klasse. Enkele spelers hadden bedankt en ook een groot deel van het zittende bestuur nam afscheid.

Zondagvoetbal periode 1975-1985: handhaving en vernieuwing
Aan het begin van de periode 1975-1985 kon er vooral nog gesteund worden op de ervaring van spelers uit het vorige succesvolle decennium. Nog steeds speelden o.a. good-old Tjalling van der Heide, Meerten Bralts, Jan Haak, Joke Sibma, Gerrit Renkema en Johan Krans een belangrijke rol. In seizoen 1980-1981 begon trainer Jan Postma uit Zuidhorn samen met leider Ynze van der Harst aan een periode van verjonging van het eerste team. Bij de mannen eindigde het tweede elftal in het seizoen 1983-1984 op de eerste plaats. In de periode 75-85 was het vierde team op zondag een erg succesvol team wat vele kampioenschappen haalde. Zo ook in het seizoen 1984-1985 waarin het vierde zondag kampioen werd.

Het zondagvoetbal 1985- 1995: pieken en dalen
Voor het seizoen 1986-1987 werd Jan Kuiper uit Leek aangesteld als trainer en hij zou samen met de zaterdagtrainer de jeugd, uitgezonderd de F-jeugd, gaan trainen. Kuiper had relatief gezien succes met de hoofdmacht. Na jaren van vechten voor lijfsbehoud eindigde de ploeg op een gedeelde tweede plaats achter kampioen Marum. De hoofdmacht startte in het seizoen 1987-1988 zeer voortvarend en stond voor de winter bovenaan in de competitie. Even leek het dat de glorietijden van weleer konden worden geëvenaard. Na de winterstop ging het mis. Na twee verliespartijen tegen latere kampioen Hoogkerk eindigde de ploeg van trainer Kuiper in de eindrangschikking op de tweede plaats In december van seizoen 1990-1991 stond het eerste team er zeer slecht voor. Na twaalf gespeelde wedstrijden stond het team met vijf punten onderaan. De supporters morden en ook de spelers gaven aan het vertrouwen in de trainer kwijt te zijn. Halverwege het seizoen werd de toenmalig coach Popma vervangen door interim-coaches Pieter Aikema en Tjalling van der Heide. De heren weten met het team, na twee beslissingswedstrijden, op de valreep het vierde-klasserschap veilig te stellen na een gewonnen degradatiewedstrijd tegen Haulerwijk. Deze wedstrijd moest ook nog worden overgespeeld na het inzetten van een ongerechtigde speler (keeper Douwe Oosterbaan).

Zondagvoetbal 1995- 2001: het heen en weer
Oud-speler Reinder Jeensma werd in seizoen 1996-1997 voor twee jaar als trainer aangetrokken. Na de herindeling van de afdeling bleef het eerste bij de bekend teams spelen, zoals Zuidhorn, Tolbert, Leek, SVMH, Zevenhuizen en GVB. Jeensma eindigde met zijn ploeg net onder de middenmoot. Zijn laatste seizoen sloot de naar Udiros vertrekkende Jeensma af met een historische degradatie. Na drieëndertig jaar voornamelijk vierde klasse KNVB te hebben gespeeld moest de zondagploeg in 1998 een stap terug doen Op 5 juni 1999 was het feest. In de competitie eindigde de hoofdmacht op de tweede plaats, maar door een 5-2 overwinning in de nacompetitie op Diever werd de degradatie van het jaar daarvoor naar de vijfde klasse ongedaan gemaakt. In 1999-2000 bleek het niveau van vierde klasse toch te hoog en Van der Ploeg zag zijn ploeg weer degraderen.

Zaterdagafdeling

Zaterdagvoetbal periode 1947-1956: de Christelijke Voetbalvereniging De Wilpen
Na de oorlog is in De Wilp het zaterdagvoetbal opgezet. Een lang gekoesterde wens van verschillende jongens ging in vervulling. In de notulen van de oprichtingsvergadering in 1947 wordt het volgende geschreven: ‘Het eerst kwam de gedachte naar voren tijdens de bevrijdingsfeesten op 28 en 29 juni 1945, het was er nog nooit van gekomen, alhoewel reeds een paar jaar de gedachte geopperd werd, wij moesten hier een christelijke voetbalvereniging hebben.’ De initiatiefnemers waren de heer Auke de Haan (voorzitter), van beroep venter in bakkerijproducten en Rink van Dijk (secretaris), timmerman. Ook de heer Willie Wester (politieman) heeft veel werk in de startfase van de club gedaan. De vereniging is opgericht op 30 juli 1947 en droeg de naam Christelijke Voetbalvereniging De Wilpen.

Over de naamgeving is nu achteraf verwarring. De club werd ook met regelmaat De Wylpen genoemd. De spelers droegen een wit shirt, blauw/ witte sokken en een blauw broekje met een witte bies. (Het tenue werd zelf gemaakt en een van de spelers kan zich nog het tekort aan blauwe stof voor het broekje herinneren. Dit tekort werd opgelost door de witte bies extra breed te nemen).
De vereniging had twee teams en de spelers kwamen niet alleen uit De Wilp, maar ook uit naburige dorpen zoals Marum en Zevenhuizen. De resultaten van de vereniging waren vanaf het begin voortreffelijk. In het eerste seizoen werd van de veertien wedstrijden één verloren.
Na het kampioenschap in 1948 volgde in 1949 wederom een kampioenschap en de ploeg moest nu als vierde klasser met een gehuurde ESA bus naar Viboa, Holwierde, De Heracliden, de Pelikanen Etc.
De club De Wilpen speelde op het veld van De Wilper Boys en betaalde hiervoor een huur van 125 gulden per jaar. D.W. maakte ook gebruik van clubhuis café Helmholt, maar vergaderde ook wel in de christelijke school of in de Ontwikkeling. Verder was er ook samenwerking met de Boys op andere gebieden zoals spelregelavonden.

Naast de twee seniorenteams waren er ook een B- en A-elftal. De eerste jaren van haar bestaan was voor de vereniging een periode van groeien en bloeien. In 1952 kende de vereniging ongeveer 70 leden. Door het opheffen van de christelijke voetbalvereniging VOMOS uit Marum kwamen er veel spelers over naar De Wilpen. De vereniging was in die jaren meer een streekclub dan een dorpsclub, want er kwamen meer leden uit Marum dan uit De Wilp (ruim veertig leden uit Marum, tegen 16 uit De Wilp). Verder kwamen de spelers uit Ureterp, Zevenhuizen en ook speelden er diverse Molukkers van kamp Nuis bij De Wilpen. In het seizoen 1953-1954 waren er nog 60 leden. Veel van hen kwamen uit de families Boekema, Havinga en Gjaltema. Ook dit seizoen hadden ze veel spelers van buiten. Bij de start van het seizoen 1955-1956 zag de toekomst van de club er veel minder rooskleurig uit. Veel leden vertrokken uit deze streek en gingen werken en wonen in de Noordoostpolder. Dit laatste seizoen waren er nog veertien leden, waarvan vier uit Marum en de rest voornamelijk uit De Wilp en Siegerswoude. Over het opheffen van de club is niets gevonden, maar uit de nog bewaard gebleven wedstrijdformulieren bleek dat de laatste wedstrijd gespeeld is op 31 maart 1956 tegen Oldehove. Er werd met 8-3 verloren. De vereniging was ter ziele…

Zaterdagvoetbal 1962-’65: De Nieuwe Start
In 1956 werd de zaterdagvereniging De Wilpen uit De Wilp opgeheven. Natuurlijk bleef de behoefte te blijven voetballen, maar om principiële redenen was spelen op de zondag geen optie. Diverse spelers vonden in Niebert bij S.V.M.H. een mogelijkheid om het geliefde voetbalspel te kunnen blijven spelen. Op een gegeven moment waren er toch weer vrij veel spelers, die vanuit De Wilp iedere zaterdag naar Niebert gingen. Langzaam ontstond het idee, om bij De Wilper Boys aan te haken en op de zaterdag het voetbal weer te starten. Belangrijke initiatiefnemer is Roel Boekema geweest.
In de notulen van de jaarvergadering van september 1962 werd er voor het eerst gewag gemaakt van een zaterdagteam.’Onze vereniging groeit gestaag door, wat moge blijken uit het feit dat er thans ook een zaterdagmiddagelftal in de competitie is gestart. Voor dit elftal zijn er vele liefhebbers, zodat het nodig kan zijn eens aan de kant te staan.’ Dat er flinke belangstelling was bleek uit het seizoen 1964-1965, toen gestart werd met een tweede zaterdagteam, hoewel er maar net genoeg spelers waren.

Zaterdagvoetbal periode ‘65-’75: een eigen trainer en een kampioenschap
Waren de uitslagen van de jonge Boystak tot 1965 verrassend, ook in het seizoen 1966-1967 werd deze lijn doorgezet. Het eerste eindigde in de derde klasse van de afdeling Groningen wederom net onder de kampioen. Tegenstanders waren o.a. Grijpskerk 2, Zevenhuizen, Boerakker, OKVC 2 en CSVH 2
Als eerste zaterdagtrainer werd Harm Frieswijk aangesteld in 1973. Ook werd er besloten vanaf nu apart van de zondagafdeling te trainen. Deze maatregelen waren erop gericht om het team een klasse hoger te laten spelen. Grootste concurrent in de competitie 1973-1974 was Maluku 2 uit Marum. Hoewel in eerste instantie de Molukse vereniging leek te promoveren, bleken er onrechtmatigheden van de zijde van Maluku plaats te hebben gevonden. Het zaterdagteam van De Wilper Boys werd kampioen.

Zaterdagvoetbal periode ‘75-’85: een stapje hoger
In het seizoen 1981-1982 werden er veel nieuwe jongens ingepast door trainer Frieswijk, waaronder de gebroeders Rijkee, Jappie Bijma, Harrie Koning en Henk Gommer. De verjonging en aanvulling leverde eindelijk het kampioenschap van de tweede klasse afdeling Groningen op. Trainer en leider namen na het behalen van de hoofdprijs ook afscheid van de club en De Wilper Boys zaterdag mocht voor het eerst in zijn bestaan op het hoogste niveau van Groningen acteren. Het ging goed met de zaterdagtak. In het eerste jaar op het hoogste afdelingsniveau eindigde de ploeg op een nette vierde plaats. Het jaar daarop zag De Wilde het tweede team na een 2-1 overwinning op Pelikaan S 2 kampioen worden.

Zaterdagvoetbal periode 1985-1995: degradatie en promotie
In het seizoen 1988-1989 kwam voor korte duur de heer Anne Jongeling als trainer. Hij zou theoretisch en administratief goede kwaliteiten hebben gehad, maar de oefenstof beviel de jongens zo slecht, dat na een half jaar het bestuur gevraagd werd het contract met Jongeling te ontbinden (‘hij eruit of wij eruit’). Opvolger voor de rest van het seizoen werd Harm… Frieswijk. De ploeg stond bij de winterstop troosteloos onderaan. Samen met leider Pier Rozema probeerde hij het tij nog te keren, maar het lukte de mannen niet. Na zeven jaren eerste klasse afdelingsvoetbal moest het zaterdagteam terugkeren in de tweede klasse.
In het seizoen 1993-1994 werd Evert Grijpstra de nieuwe trainer. Grijpstra’s kwaliteiten lagen vooral in het motiveren van de jongens en het vinden van een juiste balans in het team. Ook bleek hij het voetbaltactische niveau van het team een impuls te geven. In zijn eerste jaar had hij direct succes. Lange tijd bleef zijn ploeg ongeslagen, maar aan het slot van het seizoen volgden alsnog enkele nederlagen. Het team bekroonde een sterk seizoen met een 3-0 overwinning tegen Ezinge en promoveerde naar de eerste klasse afdeling Groningen van de KNVB. In deze klasse eindigde de ploeg in het jaar 1994-1995 in de middenmoot.

Zaterdagvoetbal 1995-2001: een stap terug
Als gevolg van een organisatorische verandering bij de bond (de opheffing van de afdelingen) speelde het zaterdagteam vanaf 1 juli 1996 voor het eerst in haar bestaan in de vierde klasse van de KNVB. In het eerste KNVB jaar, 1996-1997 eindigde de ploeg net onder de middenmoot. Er waren veel Friese tegenstanders, zoals De Sweach, Ternaard, Ropta Boys en Zwaagwesteinde, maar ook trof de ploeg oude bekenden, zoals UVV ’70, Aduard en Zuidhorn. Grijpstra nam na vijf seizoenen afscheid. De ploeg kon zich nog steeds goed handhaven in de vierde klasse en behaalde zelfs een periodetitel. Vanaf het jaar 1998 was het lastig voor het eerste de successen van de voorgaande jaren te evenaren. Het team vocht het gehele seizoen tegen degradatie, maar moest zich toch gewonnen geven en degradeerde naar de vijfde klasse.

Zaterdagvoetbal periode 1947-1956: de Christelijke Voetbalvereniging De Wilpen
Na de oorlog is in De Wilp het zaterdagvoetbal opgezet. Een lang gekoesterde wens van verschillende jongens ging in vervulling. In de notulen van de oprichtingsvergadering in 1947 wordt het volgende geschreven: ‘Het eerst kwam de gedachte naar voren tijdens de bevrijdingsfeesten op 28 en 29 juni 1945, het was er nog nooit van gekomen, alhoewel reeds een paar jaar de gedachte geopperd werd, wij moesten hier een christelijke voetbalvereniging hebben.’ De initiatiefnemers waren de heer Auke de Haan (voorzitter), van beroep venter in bakkerijproducten en Rink van Dijk (secretaris), timmerman. Ook de heer Willie Wester (politieman) heeft veel werk in de startfase van de club gedaan. De vereniging is opgericht op 30 juli 1947 en droeg de naam Christelijke Voetbalvereniging De Wilpen.

Over de naamgeving is nu achteraf verwarring. De club werd ook met regelmaat De Wylpen genoemd. De spelers droegen een wit shirt, blauw/ witte sokken en een blauw broekje met een witte bies. (Het tenue werd zelf gemaakt en een van de spelers kan zich nog het tekort aan blauwe stof voor het broekje herinneren. Dit tekort werd opgelost door de witte bies extra breed te nemen).
De vereniging had twee teams en de spelers kwamen niet alleen uit De Wilp, maar ook uit naburige dorpen zoals Marum en Zevenhuizen. De resultaten van de vereniging waren vanaf het begin voortreffelijk. In het eerste seizoen werd van de veertien wedstrijden één verloren.
Na het kampioenschap in 1948 volgde in 1949 wederom een kampioenschap en de ploeg moest nu als vierde klasser met een gehuurde ESA bus naar Viboa, Holwierde, De Heracliden, de Pelikanen Etc.
De club De Wilpen speelde op het veld van De Wilper Boys en betaalde hiervoor een huur van 125 gulden per jaar. D.W. maakte ook gebruik van clubhuis café Helmholt, maar vergaderde ook wel in de christelijke school of in de Ontwikkeling. Verder was er ook samenwerking met de Boys op andere gebieden zoals spelregelavonden.

Naast de twee seniorenteams waren er ook een B- en A-elftal. De eerste jaren van haar bestaan was voor de vereniging een periode van groeien en bloeien. In 1952 kende de vereniging ongeveer 70 leden. Door het opheffen van de christelijke voetbalvereniging VOMOS uit Marum kwamen er veel spelers over naar De Wilpen. De vereniging was in die jaren meer een streekclub dan een dorpsclub, want er kwamen meer leden uit Marum dan uit De Wilp (ruim veertig leden uit Marum, tegen 16 uit De Wilp). Verder kwamen de spelers uit Ureterp, Zevenhuizen en ook speelden er diverse Molukkers van kamp Nuis bij De Wilpen. In het seizoen 1953-1954 waren er nog 60 leden. Veel van hen kwamen uit de families Boekema, Havinga en Gjaltema. Ook dit seizoen hadden ze veel spelers van buiten. Bij de start van het seizoen 1955-1956 zag de toekomst van de club er veel minder rooskleurig uit. Veel leden vertrokken uit deze streek en gingen werken en wonen in de Noordoostpolder. Dit laatste seizoen waren er nog veertien leden, waarvan vier uit Marum en de rest voornamelijk uit De Wilp en Siegerswoude. Over het opheffen van de club is niets gevonden, maar uit de nog bewaard gebleven wedstrijdformulieren bleek dat de laatste wedstrijd gespeeld is op 31 maart 1956 tegen Oldehove. Er werd met 8-3 verloren. De vereniging was ter ziele…

Zaterdagvoetbal 1962-’65: De Nieuwe Start
In 1956 werd de zaterdagvereniging De Wilpen uit De Wilp opgeheven. Natuurlijk bleef de behoefte te blijven voetballen, maar om principiële redenen was spelen op de zondag geen optie. Diverse spelers vonden in Niebert bij S.V.M.H. een mogelijkheid om het geliefde voetbalspel te kunnen blijven spelen. Op een gegeven moment waren er toch weer vrij veel spelers, die vanuit De Wilp iedere zaterdag naar Niebert gingen. Langzaam ontstond het idee, om bij De Wilper Boys aan te haken en op de zaterdag het voetbal weer te starten. Belangrijke initiatiefnemer is Roel Boekema geweest.
In de notulen van de jaarvergadering van september 1962 werd er voor het eerst gewag gemaakt van een zaterdagteam.’Onze vereniging groeit gestaag door, wat moge blijken uit het feit dat er thans ook een zaterdagmiddagelftal in de competitie is gestart. Voor dit elftal zijn er vele liefhebbers, zodat het nodig kan zijn eens aan de kant te staan.’ Dat er flinke belangstelling was bleek uit het seizoen 1964-1965, toen gestart werd met een tweede zaterdagteam, hoewel er maar net genoeg spelers waren.

Zaterdagvoetbal periode ‘65-’75: een eigen trainer en een kampioenschap
Waren de uitslagen van de jonge Boystak tot 1965 verrassend, ook in het seizoen 1966-1967 werd deze lijn doorgezet. Het eerste eindigde in de derde klasse van de afdeling Groningen wederom net onder de kampioen. Tegenstanders waren o.a. Grijpskerk 2, Zevenhuizen, Boerakker, OKVC 2 en CSVH 2
Als eerste zaterdagtrainer werd Harm Frieswijk aangesteld in 1973. Ook werd er besloten vanaf nu apart van de zondagafdeling te trainen. Deze maatregelen waren erop gericht om het team een klasse hoger te laten spelen. Grootste concurrent in de competitie 1973-1974 was Maluku 2 uit Marum. Hoewel in eerste instantie de Molukse vereniging leek te promoveren, bleken er onrechtmatigheden van de zijde van Maluku plaats te hebben gevonden. Het zaterdagteam van De Wilper Boys werd kampioen.

Zaterdagvoetbal periode ‘75-’85: een stapje hoger
In het seizoen 1981-1982 werden er veel nieuwe jongens ingepast door trainer Frieswijk, waaronder de gebroeders Rijkee, Jappie Bijma, Harrie Koning en Henk Gommer. De verjonging en aanvulling leverde eindelijk het kampioenschap van de tweede klasse afdeling Groningen op. Trainer en leider namen na het behalen van de hoofdprijs ook afscheid van de club en De Wilper Boys zaterdag mocht voor het eerst in zijn bestaan op het hoogste niveau van Groningen acteren. Het ging goed met de zaterdagtak. In het eerste jaar op het hoogste afdelingsniveau eindigde de ploeg op een nette vierde plaats. Het jaar daarop zag De Wilde het tweede team na een 2-1 overwinning op Pelikaan S 2 kampioen worden.

Zaterdagvoetbal periode 1985-1995: degradatie en promotie
In het seizoen 1988-1989 kwam voor korte duur de heer Anne Jongeling als trainer. Hij zou theoretisch en administratief goede kwaliteiten hebben gehad, maar de oefenstof beviel de jongens zo slecht, dat na een half jaar het bestuur gevraagd werd het contract met Jongeling te ontbinden (‘hij eruit of wij eruit’). Opvolger voor de rest van het seizoen werd Harm… Frieswijk. De ploeg stond bij de winterstop troosteloos onderaan. Samen met leider Pier Rozema probeerde hij het tij nog te keren, maar het lukte de mannen niet. Na zeven jaren eerste klasse afdelingsvoetbal moest het zaterdagteam terugkeren in de tweede klasse.
In het seizoen 1993-1994 werd Evert Grijpstra de nieuwe trainer. Grijpstra’s kwaliteiten lagen vooral in het motiveren van de jongens en het vinden van een juiste balans in het team. Ook bleek hij het voetbaltactische niveau van het team een impuls te geven. In zijn eerste jaar had hij direct succes. Lange tijd bleef zijn ploeg ongeslagen, maar aan het slot van het seizoen volgden alsnog enkele nederlagen. Het team bekroonde een sterk seizoen met een 3-0 overwinning tegen Ezinge en promoveerde naar de eerste klasse afdeling Groningen van de KNVB. In deze klasse eindigde de ploeg in het jaar 1994-1995 in de middenmoot.

Zaterdagvoetbal 1995-2001: een stap terug
Als gevolg van een organisatorische verandering bij de bond (de opheffing van de afdelingen) speelde het zaterdagteam vanaf 1 juli 1996 voor het eerst in haar bestaan in de vierde klasse van de KNVB. In het eerste KNVB jaar, 1996-1997 eindigde de ploeg net onder de middenmoot. Er waren veel Friese tegenstanders, zoals De Sweach, Ternaard, Ropta Boys en Zwaagwesteinde, maar ook trof de ploeg oude bekenden, zoals UVV ’70, Aduard en Zuidhorn. Grijpstra nam na vijf seizoenen afscheid. De ploeg kon zich nog steeds goed handhaven in de vierde klasse en behaalde zelfs een periodetitel. Vanaf het jaar 1998 was het lastig voor het eerste de successen van de voorgaande jaren te evenaren. Het team vocht het gehele seizoen tegen degradatie, maar moest zich toch gewonnen geven en degradeerde naar de vijfde klasse.

periode 1978-1985
Door een veranderende tijd en door de successen bij de mannen werden er begin jaren zeventig enige voetbalwedstrijden voor dames in De Wilp gehouden. Startplannen strandden steeds op een tekort aan speelsters. In de notulen van de jaarvergadering van juni 1973 werd er al weer gesproken over het staken van een initiatief om te komen tot damesvoetbal. Er waren te weinig dames om deel te nemen aan de competitie. Eindelijk in april 1978 was het toch zover. Iedere woensdagavond konden dames vanaf 14 jaar deelnemen aan de trainingen van Anne van der Wal. Het eerste jaar bestond vooral uit oefenen en het spelen van enkele vriendschappelijke wedstrijden. Dankzij het doorzettingsvermogen en de stimulerende inzet van Metje Veenstra-Wijkstra kreeg echter ook het competitievoetbal gestalte. Na het trainerschap van Joke Sibma en Eeuwe Aardema zou ook Freerk de Vos (trainer/leider) de dames de beginselen van het voetbal bijbrengen. Het eerste competitiejaar viel tegen. In december 1978 stond de ploeg onderaan. Ze hadden alle negen wedstrijden verloren. Gemiddeld waren er negen tegengoals te noteren. Gelukkig hadden de dames in al die wedstrijden één goal gescoord. In de KNAL stond het volgende: ‘Langs de lijn van een damesvoetbalwedstrijd wordt nogal eens gelachen. Vooral door mannen. Dames, jullie worden hiermee niet uitgelachen. Maar alle begin is moeilijk en er wordt dan gelachen om een mistrap, zoals dat ook gebeurt bij de jongste voetballertjes. We lachen de kinderen niet uit, maar lachen erom.’ De eerste overwinning van het damesteam kon in december 1979 genoteerd worden: 3-0 tegen Niekerk! In hun tweede jaar eindigde de ploeg wederom onderaan. Seizoen 1980-1981 ging het opeens een stuk beter. De zogenaamde ‘Wilper Ladies’ eindigden keurig in de middenmoot en het volgende seizoen was het team aan het eind van de competitie op de vierde plaats te vinden. Ook lukte het een meisjesteam op de been te brengen en deze groep ging competitie spelen. Na twee seizoenen werd het meisjesvoetbal wegens te weinig speelsters weer opgeheven. Veel werk voor de organisatie van het damesvoetbal werd verzet door leider Jan Veen. Langzamerhand werd het echter steeds moeilijker voldoende speelsters te vinden en op 27 juni 1985 gaf voorzitter Kloosterman aan, dat het damesvoetbal opgeheven zou worden.

Het veld in oorlogstijd lag schuin achter café Sportlust, waar nu de loodsen van gebr. Meyer staan. Eigenaar was vanaf 1937 caféhouder Helmholt (voorheen Kamminga). Ook voor de oorlog werden hier de wedstrijden gespeeld.

In de jaren 1948-1949 kwam er een nieuw veld op het huidige trainingsveld. Eigenaars waren de gebroeders Van der Molen (Oudemolenweg). De heer Oosterwijk (inmiddels voorzitter) had al met de familie Van der Molen gesproken, en zij wilden wel met de gemeente praten over het gebruiken van hun weiland. Oosterwijk is op een avond naar wethouder Jan Sietse Visser gefietst. Na overleg met de tweede wethouder Gjaltema wilde de gemeente voor de Van der Molens als compensatie wel zorgen voor een vervangend weiland, dat vrijkwam uit de ruilverkaveling in het Haarsterveld. In 1952 zijn hier verdere afspraken over gemaakt. De familie bleef eigenaar en er werd een contract met hen aangegaan voor de duur van eerst zes jaar (tot begin jaren zeventig is de familie eigenaar gebleven). Wassen deed je thuis of bij de pomp achter café Sportlust. Wassen was soms wel nodig, want berucht is de afvoersloot van de melkfabriek. In de notulen van de jaarvergadering van 1950 wordt een verzoek genoemd aan de gemeente. ‘Getracht zal worden een oplossing te vinden voor doelmatige afrastering rond het sportterrein, mede in verband met de onfrisse toestand der slootjes’. Rioolzuivering was er niet.

Lange tijd is café Sportlust het clubhuis geweest van de club. Hier werden jaarvergaderingen gehouden en eerst ook bestuursvergaderingen. Deze werden later bij bestuursleden thuis georganiseerd, omdat besluiten van het bestuur razendsnel bij de leden bekend waren. Ook werd wel eens een jaarvergadering in zaal Nijhof gehouden. Het verkleden vond thuis plaats of in de grote zaal van het café of in het eierpakhuis naast het café.

De KNVB begon ook zijn eisen te stellen. Voor het omkleden diende iedere vereniging een eigen kleedgebouw te hebben. Hoewel de grote zaal van het café nog lang gebruikt werd als kleedruimte, werd in 1957 voor het eerst gesproken van een kleedhokje. Op grond, die eigendom was van Karel Friso, werd een groen houten hokje neergezet. Hierin kon men zich verkleden. In de praktijk werd het hokje meer gebruikt voor het opslaan van materialen.
In 1966 kreeg de club eindelijk een eigen stenen kleedgebouw met twee kleedboxen. De grond, die nodig was voor deze nieuwbouw werd voor het symbolische bedrag van één gulden gekocht van de familie Helmholt. De collecte in het dorp voor het nieuwe kleedlokaal leverde ƒ 2.300,68 op. Van de gemeente Marum kreeg de vereniging een subsidie van 2500 gulden.

Zaterdag 9 augustus 1975 werd een historische dag in de geschiedenis van De Wilper Boys. Vijfenveertig jaren had de club de beschikking over maar één speelveld. Na een (te) lange periode van wachten en improviseren kreeg de vereniging eindelijk de beschikking over een volwaardig sportcomplex. Op het voormalige veld was een oefenveld gemaakt en naast het hoofdveld had de club nu ook een bijveld. De zorgen over de kleedgelegenheid waren ook opgelost door een gebouw met vier kleedboxen. Door enorm veel zelfwerkzaamheid en een gulle Wilpster bevolking werd het geheel gecomplementeerd met een eigen kantine. In 1988 werd het kantinegedeelte gerenoveerd en werd er een nieuw gedeelte aan het clubhuis gebouwd. Naast een nieuwe entree kwam er nu ook een spreekkamer, een berging en een garage.

In 1998 werd ook afscheid genomen van een man die zich vanaf de opening van de kantine (dus drieëntwintig jaar) had ingezet voor het clubhuis. Samen met zijn vrouw (ook zij deed veel voor de kantine) werd Steffen Dijkstra op passende wijze geëerd voor zijn inzet. In datzelfde jaar kreeg de kantine een grondige schilderbeurt van enkele vrijwilligers, waarna in december door een groep actieve klussers een start gemaakt werd met de renovatie van het interieur van dit gebouw. Naast vernieuwing van de kachel werd ook dakisolatie geplaatst en onderging de binnenzijde een ingrijpende face lift. In de volgende jaren zou ook de keuken en de bestuurskamer vernieuwd worden.

Net na de oorlog had iedere club een eigen orgaan. Herman de Groot heeft de naam ‘De Groentjes’ nog in zijn hoofd. In 1947 werd besloten het cluborgaan een andere naam te geven. In het café zaten de heren Ment Veenstra, Eelke Helmholt, Harrie Strikwerda, Willie Wester en Jaap J. Oosterwijk bij elkaar. Er werd stevig nagedacht over een treffende naam. Wester zei op een ogenblik: “Je moet’n eigenluk een noam hem’n die d’r een beedje ûtknalt.” Waarop de gezamenlijke vergadering reageerde met: “Dat is’t, DE KNAL !!” De Knal kwam eens per week uit. In de beginjaren waren er kosten verbonden aan het ontvangen van de KNAL en het blad had dan ook een eigen financieel beheer. Begin jaren vijftig werden vooral dames ingezet bij het schrijven van de KNAL.

Na een KNAL-loos tijdperk bliezen Ytze Ybema, Pieter Aikema, Klaas Jalvingh en Jan Ybema in mei 1969 het clubblad weer nieuw leven in. Ze zorgden ervoor dat het blad gedurende een periode van vijf jaren iedere maand uitkwam met bestuursmededelingen, tussenstanden, spelregelinformatie en informele stukken. De heren Jan Visser en Hedde Stuivinga zorgden voor de vervaardiging van het contactblad. Het blad had een klein formaat en op enige pagina’s was ruimte voor advertenties. Aikema en Jalvingh kregen in de tweede helft van de jaren zeventig redactionele ondersteuning van Geert Boer. Later werd de plaats van Boer voor lange tijd ingenomen door Roel Dijkstra.

Het lukte de redactie niet om hun plannen om iedere maand een KNAL te laten verschijnen vol te houden; door gebrek aan kopij kwam  het blad eens per drie maanden uit. In 1980 kreeg de redactie versterking van Jantje van der Harst, Greta van der Molen, Karin Nicolai en Thea Reitsma. Nog steeds waren Aikema, Jalving, Visser en Dijkstra de dragende krachten. In 1981 droegen Jalvingh en Aikema na twaalf onafgebroken jaren KNALredactie het stokje over aan de nog zittende redactie, die aangevuld werd met Wierd Duursma en Eeuwe Aardema. In 1986 nam ook Dijkstra na meer dan tien jaren inzet voor het clubblad
afscheid. Jan Visser nam een groot deel van zijn rol over. Hij kreeg in 1988 ondersteuning van Wiebe Kuitert en typiste Willie Tienstra. Op 27 juni 1989 werd Jan Visser gehuldigd voor zijn twintig jaar lange inzet voor de KNAL. Vanaf begin jaren negentig hielp Hetty Luiten met het typen van het cluborgaan. De advertenties werden gemaakt door Jaap de Mars, die tevens de foto’s bewerkte en op maat aanleverde. Rond 2007 werd het stokje van Hetty over genomen door Antina Krans. Begin 2011 kreeg het clubblad een nieuwe omslag en later dat jaar werd ook het binnenwerk van de Knal in een nieuw jasje gegoten door Jaap, die sinds oktober 2011 de opmaak verzorgt. Hofleverancier voor de teksten is Piet Oldewarris. Ab Kamminga en Dirk ten Hage verzorgen het drukwerk en de verspreiding naar de ongeveer 330 lezers.

Ereleden
D. Tjalma Genoemd in notulen februari 1950, D. Tjalma, net terug in zijn “Vaderland”uit Indonesie. Van de club heeft hij een schemerlamp met Wilper Boys cachet ontvangen voor zijn bewezen diensten. Hij heeft kort na de oorlog veel gedaan voor het opstarten van het voetbal in De Wilp. Hij was gehandicapt na een schot in zijn voet, opgelopen tijdens zijn periode in Nederlands Indië.
J.J. Oosterwijk Tijdens deze vergadering (22 februari 1952) werd de afscheid nemende “eminente” J.J. Oosterwijk (andere werkkring elders) benoemd tot ere-voorzitter, en als dank werd hem “als blijvende herinnering een tweetal, voor hem zeer nuttige boekwerken aangeboden”. (twee Winckler Prinsen encyclopediëen)
R. Haak (27 juni 1985), hij kreeg een speldje en een oorkonde
A. Lok (25 juni 1986), na 36 jaar bestuurslidmaatschap
W. Nijhof (27 juni 1989)

Lid van verdienste
W.F. de Boer (7 juni 1984), voor jarenlange inzet voor de vereniging.
R. Duursma (25 juni 1986), na 40 jaar lid te zijn geweest.
Jan Visser (27 juni 1989), voor 20 jaar inzet voor de ‘Knal”.
T. Kloosterman (7 juni 1990), voor zijn verdiensten in het algemeen en de nieuwjaarscross in het bijzonder.
Ab Kamminga (7 juni 1990), voor zijn verdiensten in het algemeen en de nieuwjaarscross in het bijzonder.
Gerard Coenrady (28 juli 1993), voor zijn jarenlange inzet in de kantine.
Hannie Koning (26 september 1995), voor tien jaar kantinediensten.
Harmke Ottema-Renkema (1 februari 1997), voor 25 jaar penningmeesterschap bij de jeugd.
Steffen Dijkstra (28 oktober 1998), voor zijn jarenlange inzet als kantinebeheerder op de zondag.
Dirk ten Hage (18 oktober 2000), voor zijn verdiensten in het algemeen.
Andries Stobbe (18 oktober 2000), voor zijn verdiensten in het algemeen.
Haaie Pera (18 oktober 2000), voor zijn verdiensten in het algemeen.
Pieter Aikema (18 oktober 2000), voor zijn verdiensten in het algemeen.

In 1999 was het twintig jaar geleden, dat de nieuwjaarscross startte. Initiatiefnemers in 1979 waren Klaas Renkema, Harm Frieswijk en Tjeerd Kloosterman. De reden voor de drie heren om de cross op te starten was gelegen in het feit dat er in de winterstop van het voetballen weinig te beleven was. Al snel kreeg Kloosterman assistentie van Ab Kamminga en zo werd de hardloopwedstrijd in het begin van ieder nieuw jaar een regionale traditie. De eerste twaalf, dertien edities trokken tussen de honderdvijftig en tweehonderd lopers per keer. Uitschieter was 1988, toen er 222 deelnemers waren. De laatste acht nieuwjaarscrossen trokken tussen de zeventig en de honderd sporters. Dieptepunt was 1995, toen er door concurrentie van een loop in Stedum, Wijnjewoude, de halve marathon van Egmond en een geopende ijsbaan in De Wilp zich 67 mensen zich ingeschreven hadden. De charme van de loop was gelegen in de mooie Wilpster omgeving en de onvoorspelbare weersomstandigheden in het begin van het jaar. Soms werd de cross een lenteloop genoemd, soms was de loop gevaarlijk door sneeuw en gladheid. Ook was de deelname van de Wilpster jeugd ieder jaar weer motiverend voor de organisatie. Na een vliegensvlugge start kregen de meeste jongeren meestal na een kilometer last van verzuurde benen en een tekort aan lucht. De snelste 5 kilometer werd in 1990 gelopen door Menno Huizinga uit Appelscha in een tijd van 15.36 minuten. In datzelfde jaar liep Gjalt Terpstra uit Zevenhuizen de snelste tijd ooit op de tien kilometer in De Wilp in 32.18 minuten. In 1990 werd ook de halve marathon als element toegevoegd aan de cross. Superloper Hans Top uit Hoogkerk noteerde in 1994 de snelste tijd op de halve marathon in 1 uur en 13.09 minuten. Bij de Wilpsters staat de snelste tijd op de 5 kilometer (1994) op naam van Rick van der Velde in 17.39 minuten. Johan Krans liet in 1988 op de tien kilometer een tijd noteren van 36.19. Nooit is deze tijd door een Wilpster verbeterd.